Elektrisch rijden

Prinsjesdag 2025: nieuwe heffing op zakelijke brandstofauto’s voor werkgever kan een grote impact hebben op mobiliteitsbeleid

Geplaatst op 29-9-2025
Vrouw laadt haar elektrische auto op bij een oplaadstation.
  • Overzicht
  • Contact
Contact

Elk jaar op Prinsjesdag presenteert het kabinet de plannen voor het komende jaar, waaronder (fiscale) wijzigingen op het gebied van mobiliteit. Gezien de demissionaire status van het kabinet werden er geen ingrijpende beleidskeuzes verwacht. Voor het onderwerp mobiliteit was de aandacht vooral gericht op de eerder dit jaar in het klimaatpakket aangekondigde pseudo-eindheffing voor zakelijke auto’s met een verbrandingsmotor. We zetten de belangrijkste voorgenomen maatregelen voor je op een rij. De uiteindelijke besluiten volgen dit jaar overigens later dan gewoonlijk, pas na de beëdiging van de nieuwe Tweede Kamer.

Korting motorrijtuigenbelasting voor elektrische personenauto’s

In eerdere plannen was al opgenomen dat de korting op de motorrijtuigenbelasting voor elektrische auto’s zal worden afgebouwd en in 2030 volledig verdwijnt. Op dit moment bedraagt deze korting nog 75% en volgens de gepresenteerde plannen zal deze in de periode 2026 tot en met 2028 30% bedragen en in 2029 nog 25%. De aanpassing naar 30% zorgt ervoor dat de verschillen tussen elektrische en fossiele auto’s kleiner worden. Voor grotere auto’s zal de belasting zelfs vrijwel gelijk worden. Voor PHEV’s zal met ingang van 2026 de korting op de motorrijtuigenbelasting volledig vervallen.

Brandstofaccijns

Ook eerder uitgelekt en nu aangekondigd in het Belastingplan 2026 is de verlenging met één jaar van de korting op brandstofaccijns. Zonder deze korting zou een liter benzine ongeveer € 0,25 duurder worden. Deze korting was drie jaar geleden als een tijdelijke maatregel ingesteld om voor de automobilist de stijging van de energieprijzen als gevolg van de energiecrisis te dempen. 

Bijtelling elektrische auto’s

Vanaf 1 januari 2026 geldt het standaard bijtellingspercentage (22%) voor nieuwe elektrische auto’s, net als voor auto’s met een verbrandingsmotor.

Rapportageverplichting werkgebonden personenmobiliteit (WPM)

Werkgevers van bedrijven met meer dan 100 medewerkers zijn sinds 1 juli 2024 verplicht om alle zakelijke- en woon-werk kilometers van hun medewerkers te registeren. Deze rapportageverplichting gaat nu gelden voor bedrijven met meer dan 250 medewerkers. Bedrijven met minder medewerkers zijn binnenkort uitgezonderd van deze verplichting. Wanneer de aanpassing wordt doorgevoerd is nog niet bekend.

Pseudo-eindheffing fossiele auto van de zaak

Vanaf 1 januari 2027 betalen werkgevers een pseudo-eindheffing van 12% over de consumentenprijs van iedere fossiele auto, die zij vanaf die datum aan een medewerker ter beschikking stellen voor privégebruik. Ter illustratie: voor een auto met een catalogusprijs van € 45.000 loopt dit bedrag op tot € 5.400 per jaar, dat is € 450 per maand. Deze kosten mogen niet worden doorbelast naar de werknemer.

Voor auto’s die al voor 2027 door een werkgever zijn verstrekt, geldt een overgangsperiode tot 17 september 2030. Na deze datum geldt de pseudo-eindheffing voor alle zakelijke fossiele auto’s waarmee privé (incl. woon-werk) wordt gereden. Ondanks dat de eindheffing pas per 1 januari 2027 ingaat, dwingt de overgangsregeling werkgevers om nu al te anticiperen op de contractduur van fossiele auto’s, om te voorkomen dat men na 17 september 2030 met extra kosten wordt geconfronteerd.

Jouw beleid nu aanpassen? Welke keuzes moet je maken? Wat is het effect op medewerkerstevredenheid? Wat is het effect op kosten? De mobiliteitsspecialisten van Alphabet denken graag met je mee.

Gerelateerde artikelen en services

Foto Mark Welte

Zo ontwikkel je een toekomstbestendig mobiliteitsbeleid